Wat is de persoonsvorm

De persoonsvorm is een werkwoordsvorm die veel informatie geeft over de zin waarin deze staat. De persoonsvorm geeft ons bijvoorbeeld aan of een zin in de eerste, in de tweede of in de derde persoon staat, of een zin in het enkelvoud of meervoud staat en in welke tijd de zin staat.

Enkelvoud of meervoud

De persoonsvorm en het onderwerp van een zin zijn aan elkaar verbonden. Als het onderwerp in enkelvoud geschreven is, dan moet de persoonsvorm dat ook zijn. Wanneer het onderwerp in meervoud geschreven is, dan moet de persoonsvorm dat dus ook zijn.

De man loopt naar het werk (het onderwerp ‘de man’ en de persoonsvorm ‘loopt’ zijn beiden enkelvoud)

 De mannen lopen naar het werk (het onderwerp ‘de mannen’ en de persoonsvorm ‘lopen’ zijn beiden meervoud)

 De eerste, tweede of derde persoon

Het onderwerp (ik, jij, wij, et cetera) en de persoonsvorm (ben, was, et cetera) moeten in dezelfde persoon staan. Hiermee wordt bedoeld dat ze beiden in de eerste, de tweede of de derde persoon moeten staan. Enkele voorbeelden:

Ik ben in de lente getrouwd (het onderwerp ‘ik’ en de persoonsvorm ‘ben’ staan beide in de eerste persoon enkelvoud)

Jij bent in de lente getrouwd (tweede persoon enkelvoud)

 Hij is in de zomer getrouwd (derde persoon enkelvoud)

 Wij zijn in de zomer getrouwd (eerste persoon meervoud)

 Als het onderwerp en de persoonsvorm met elkaar overeenkomen, wordt dat ook wel congruentie genoemd.

Tegenwoordige, verleden of toekomende tijd

 Zoals eerder gezegd kunnen wij aan de persoonsvorm ook zien in welke tijd een zin staat. Enkele voorbeelden:

Hij gaat elke dag met de auto naar zijn vrienden (tegenwoordige tijd)

 Mijn tante hield wel van een borreltje (verleden tijd)

 Het wereld kampioenschap voetbal zal in Rusland gehouden worden (toekomend tijd)

Een ezelsbruggetje

De persoonsvorm is op drie manieren gemakkelijk te vinden.

Ten eerste: wanneer je de zin in een ander tijd zet, dan verandert de persoonsvorm mee.

Hij loopt naar zijn werk / Hij liep naar zijn werk

Ten tweede: wanneer je de zin van aantal verandert, verandert de persoonsvorm ook mee.

Ik loop naar mijn werk / Wij lopen naar ons werk

Ten derde: wanneer je de zin vragend maakt, is de persoonsvorm het eerst werkwoord.

Ik loop naar mijn werk / Loop ik naar mijn werk?

Onze taalspecialsten controleren alle soorten teksten op de aanwezigheid van typ-, schrijf- en taalfouten en kijken dan onder andere ook of de persoonsvormen correct geschreven zijn. Daarnaast redigeren en schrijven zij teksten. Wilt u een tekst laten corrigeren, redigeren of schrijven? Neem dan contact met ons op.